Commandovoertuig KN 88-89 deed dienst bij een mortierpeloton van het 13 painfbat, tot hij rond 1993 in afwachting van sloop werd verplaatst naar Soesterberg. In die periode had het Legermuseum Delft een aantal uitgefaseerde YP’s ter beschikking gekregen als ruilobject met andere musea. Zo belandde de 88-89, samen met gewondentransporter 90-49 in Fort Kapellen, de opslag van het Koninklijk Legermuseum Brussel. In maart 2002 werd Jo van Kemseke van voertuigenclub GAF in Zeeland de nieuwe eigenaar. Na restauratie was de 88-89 o.a. te zien op ’75-jaar DAF’ en ’40 jaar YP408′ in Harskamp. In 2010 zet Jo het voertuig op Marktplaats en Ad van Wingerden, de voorzitter van TRISKONTAKTEN, sloeg namens het TRIS museum in Zwijndrecht toe en werd de nieuwe eigenaar. In 2013 volgt opnieuw een grondige restauratie en sindsdien is het voertuig op veel plaatsen, als onderdeel van de TRIS-presentatie te gast. In 2015 bij ’50 jaar DAF YP408′ in het NMM werden er rondritten mee verzorgd met Ad Weeda als chauffeur.

Op de voorzijde van het voertuig is het volgende te zien:
Ost 13 met het tactisch teken voor de pantserinfanterie. De ondersteuningscompagnie van het 13 painfbat Garde Fuseliers Prinses Irene. Voertuignummer 12 de waarnemer van het 1e mortierpeloton. “Menno” is de voornaam van Menno van Coehoorn. Naar hem, een generaal die uiterst inventief met belegeringsgeschut wist om te gaan ten tijde van Maurits, is de “Menno van Coehoornbeker” genoemd, een wedstrijd tussen de oudste parate mortierpelotons gehouden werd. Het gestileerde gele mortiertje op de motorkap verwijst ernaar dat het 1e peloton de Menno van Coehoornbeker heeft gewonnen. De wedstrijd omvatte alle elementen van een mortierpeloton, vanaf camouflage, NBC, materieelherkenning tot en met alle procedures m.b.t. het mortierschieten.